Illustratie gedragsverandering Illustratie gedragsverandering

Zo ga je om met gedragsveranderingen

Marie Landsheere & Kristien Scheepmans
Redacteurs Gezond Thuis
30 april 2024
Leestijd (in minuten)
7 minuten
Tip van de expert

Opeens gedraagt je partner, vriend of familielid zich niet zoals anders. Je herkent hem of haar nauwelijks nog. Waarom verandert het gedrag plots en hoe ga je hiermee om? Ouderenpsycholoog Luc Van de Ven legt het uit.

Foto Luc Van de Ven
Wie is ...

Luc Van de Ven

  • Klinisch ouderenpsycholoog met ervaring in psycho-, partnerrelatie- en familietherapie
  • Coördinator van de Werkgroep Klinische Ouderenpsychologie van het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven
  • Schreef verschillende boeken over ouder worden en ouderenzorg
  • Geeft hij opleidingen en lezingen
  • Hoofdredacteur van ‘Senior. Tijdschrift voor kwaliteitsvolle ouderenzorg’.

Waarom kan gedrag plots veranderen?

Luc Van de Ven: “Persoonlijkheden en karakters kunnen veranderen door een bepaalde ziekte, zoals dementie. Dat kan het gedrag wijzigen of bepaalde, meestal negatieve, eigenschappen versterken. De omgeving wordt hier eerst mee geconfronteerd, nog voor een diagnose gesteld is. Bij dementie is dat zelfs vaak voor de eerste geheugenproblemen optreden. Daarnaast brengt ook bijna elk psychisch probleem een gedragsverandering mee, of toch een belangrijke uiting ervan. Denk maar aan een zware depressie of een ziekte die je afhankelijker van anderen maakt. Het is dan niet door de ziekte zelf, maar wel door de diagnose. Zo weten we van dementie dat er soms heel weinig ziekte-inzicht is. Je omgeving ziet je veranderen, maar jij niet en net dat zorgt voor spanningen.”

Hoe merk je de verandering?

“De persoon is meer teruggetrokken en neemt geen initiatief meer. Hij of zij kan neerslachtig of ziekelijk achterdochtig zijn, maar ook gefrustreerd en soms zelfs agressief. Dan is het moeilijk om je vinger te leggen op de oorzaak. Na een diagnose weet je dat die verandering wellicht een eerste teken was.”

Je omgeving ziet je veranderen, maar jij niet en net dat zorgt voor spanningen.

Luc Van de Ven, ouderenpsycholoog
Foto verpleegkundige en patiënt

“Vooral het verlies van onafhankelijkheid leidt tot veel frustratie en spanning in de omgeving. Dat wordt nog te vaak onderschat.”

Hoe ervaren mantelzorgers dat?

“Vaak merken we een grote impact op hen. Plots is de partner waar je jaren geleden verliefd op werd, totaal veranderd. De persoon waarnaar je opkeek en die altijd het voortouw nam, is er niet meer. Soms ontspoort het zelfs in ouderenmis(be)handeling omdat er zoveel frustraties zijn langs beide kanten.”

“Specifiek bij gedragsveranderingen merken we drie soorten situaties in mantelzorg. Ten eerste heb je de ‘zorgstress’. Mantelzorgers nemen heel wat taken op: zorgtaken maar ook huishoudelijke of administratieve. Voor sommigen is dat vaak nieuw en dus onbekend. Dat kan voor zorgstress zorgen. Ten tweede kan de relatie onder druk komen te staan. De persoon die nu zorg nodig heeft, was vroeger misschien net diegene die altijd initiatief nam. Nu draaien de rollen plots om. Als jij dan als mantelzorger aangeeft dat autorijden geen goed idee is, kan dat op protest stuiten. Als laatste heb je de ‘netwerkstress’, wanneer iemand alle zorg op zich wil nemen en anderen uitsluit om te helpen. Bijvoorbeeld in een familie waar het oudste kind langdurig voor de ouders zorgt. Dat kan conflicten aanwakkeren.”

Liefde is … op tafel durven kloppen. En vooral begrip tonen

Luc Van de Ven, ouderenpsycholoog

Hoe ga je hier als mantelzorger best mee om?

“Liefde is … in bepaalde omstandigheden op tafel durven kloppen. En begrip tonen dat je de zelfstandigheid van de zorgbehoevende deels afneemt, wat het ook moeilijk maakt voor hem of haar. Het is niet evident om dat ter sprake te brengen. Veel hangt af van de relatie. Velen kunnen erover babbelen, maar evenveel niet.”

“Zeker wanneer de ander geen ziekte-inzicht heeft. Dan kan je het gesprek proberen voeren met een derde, neutrale persoon. Denk aan een professionele hulpverlener zoals een arts of thuisverpleegkundige. Hun professionele diagnose, die ook gedragsveranderingen kadert, kan je al een eind verder helpen en zorgt langs beide kanten – naast verdriet - voor een zekere opluchting. Als mantelzorger begrijp je dat het gedrag veroorzaakt wordt door de ziekte, niet door de persoon zelf.”

Illustratie bij gedragsverandering

Heb je een concrete tip?

“Om het niet continu te laten escaleren, kan je de ‘tongdraaitherapie’ toepassen. Voordat je reageert, draai je je tong zeven keer rond. Want ook al is het goed bedoeld, soms maak je het erger door meteen te wijzen op een bepaald gedrag. Dat vraagt veel van de mantelzorger: die moet constant beseffen dat de ziekte de oorzaak is en dat je vaak na jaren anders met de persoon moet omgaan. De omgeving lijdt dus mee.”

“Tot slot is het ook belangrijk dat je als mantelzorger zelf voldoende aandacht krijgt. Je kan maar zorgen voor iemand als je ook goed voor jezelf zorgt. Vergeet dat niet, en kom af en toe op adem. Schakel een professionele hulpverlener of een familielid in om de zorg even over te nemen. Zo kan je opnieuw energie halen uit andere dingen, zoals hobby’s of vrienden.”

“In het begin is loslaten wellicht niet makkelijk en heb je misschien een schuldgevoel, maar het is nodig om dit vol te houden. Ook om je nieuwe situatie emotioneel te verwerken, kan je leunen op anderen.”

Hoe start je een gesprek op over iemands gedragsverandering?

    • Zoek de moed om erover te spreken.
    • Beschuldig de ander niet over zijn of haar gedrag.
    • Spreek vanuit een bezorgdheid.
    • Wees geduldig. Je zal het gesprek wellicht meermaals voeren.
    • Betrek eventueel iemand waarnaar zeker geluisterd wordt. Zoals een professionele hulpverlener, of een ander familielid of vertrouwenspersoon.
    • Probeer tot wederzijds begrip te komen. Het gedrag van de ander komt niet van de persoon zelf, maar maak tegelijk duidelijk welke impact het op jou heeft.